Aankomen is iets anders dan aanwezig zijn
Deelnemers komen binnen met volle hoofden. Gesprekken van daarvoor, deadlines, verwachtingen en afleiding reizen met hen mee. Aanwezig zijn in de zaal betekent nog niet dat iemand er ook echt is.
De start van een bijeenkomst is het moment om die overgang te begeleiden. Door even stil te staan bij het hier en nu, nodig je deelnemers uit om hun aandacht te verleggen. Dat hoeft niet groots of ingewikkeld te zijn. Een korte vraag, een observatie of een bewust gekozen openingszin kan al voldoende zijn om de aandacht te bundelen.
De kracht van herkenning
Verbinding ontstaat wanneer mensen zich gezien voelen. Een opening die aansluit bij wat er speelt in de groep, werkt daarom sterker dan een standaard introductie. Door te benoemen waarom mensen hier zijn, wat hen mogelijk bezighoudt of wat deze bijeenkomst anders maakt dan andere, ontstaat herkenning.
Dat vraagt om afstemming. Niet alleen op het programma, maar ook in de context. Wat is de aanleiding voor deze bijeenkomst? Wat staat er op het spel? Door dit kort te duiden, geef je betekenis aan het samenkomen en ontstaat er een gedeeld vertrekpunt.
Van zenden naar samen beginnen
Een veelgemaakte valkuil is dat de start vooral bestaat uit zenden. Informatie wordt overgedragen, terwijl de groep nog aan het landen is. Verbinding ontstaat juist wanneer deelnemers actief betrokken worden, al vanaf het begin.
Dat kan door een vraag te stellen die uitnodigt tot reflectie, door een korte uitwisseling of door deelnemers even bewust stil te laten staan bij hun eigen rol. Zo verschuift de dynamiek van luisteren naar deelnemen. De bijeenkomst wordt iets van iedereen, in plaats van iets dat je ondergaat.